Wet van 4 april 2019: moet u uw algemene voorwaarden dringend herzien?

Wet van 4 april 2019: moet u uw algemene voorwaarden dringend herzien?

Welke implicaties heeft de Wet van 4 april 2019 houdende wijziging van het Wetboek van Economisch Recht met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen (BS 24.05.2019) voor uw contractuele relatie tot uw klanten en leveranciers? Is het noodzakelijk om uw algemene aan- of verkoopvoorwaarden herzien? Vanaf welke datum zijn deze nieuwe bepalingen van toepassing?

 

DOEL WET VAN APRIL 2019

De wet van 4 april 2019 had in zijn oorsprong tot doel om kleine KMO’s te beschermen in hun contractuele verhoudingen ten aanzien van de grotere marktspelers. Nu is het wel zo dat de wet van 4 april uiteindelijk toepasselijk is verklaard op alle ondernemingen, dus ook op grote ondernemingen.

De wet wil het misbruik van economische afhankelijkheid tegengaan. In dit artikel zal enkel het verbod op onrechtmatige clausules in de algemene voorwaarden besproken worden. De andere luiken van deze wet zullen later nog aan bod komen.

 

DEFINITIE VAN EEN ONRECHTMATIGE CLAUSULE

Artikel VI.91/3, §1 WER bepaalt het volgende: “Elk beding van een overeenkomst gesloten tussen ondernemingen dat, alleen of in samenhang met één of meer andere bedingen, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen, [is] onrechtmatig”.

Het mag duidelijk zijn dat de wetgever spreekt over een kennelijk onevenwicht wat wil zeggen dat de wetgever zeker niet alle onevenwichtigheden wil aanpakken. Iedere partij die zaken doet tracht namelijk zoveel mogelijk haar eigen belangen te beschermen.

In paragraaf twee van hetzelfde artikel wordt wat meer uitgeweid over de beoordeling van het onrechtmatig karakter. De wetgever geeft hier dan ook mee dat “alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, de algemene economie van de overeenkomst, alle geldende handelsgebruiken, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het moment waarop de overeenkomst is gesloten in aanmerking genomen, rekening houdend met de aard van de producten waarop de overeenkomst betrekking heeft” bij de beoordeling moeten betrokken worden. Alle omstandigheden moeten dus in acht genomen worden. Ook de duidelijkheid van het beding zal een grote invloed hebben op de beoordeling van het al dan niet onrechtmatig karakter: hoe onduidelijker het beding, hoe groter de kans op kwalificatie als onrechtmatig.

 

VERBODEN LIJST

Artikel VI.91/4 bepaalt nu de bedingen die absoluut verboden zijn, men zou dit ook de zwarte lijst kunnen noemen. Volgende zaken vallen hieronder:

  • Bedingen die voorzien in een onherroepelijke verbintenis van de andere partij terwijl de uitvoering van de prestaties van de onderneming onderworpen is aan een voorwaarde waarvan de verwezenlijking uitsluitend afhankelijk is van haar wil.
  • Bedingen die een onderneming het eenzijdige recht geven om een of ander beding van de overeenkomst te interpreteren.
  • Bedingen die in geval van betwisting, de andere partij doen afzien van elk middel van verhaal tegen de onderneming.
  • Bedingen die op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vaststellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst.

 

GRIJZE ZONE

Er zijn in de wet ook weerlegbare onrechtmatige bedingen opgenomen. Dit zijn bedingen die ertoe strekken:

  • de onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;
  • een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  • zonder tegenprestatie het economische risico op een partij leggen indien die normaliter op de andere onderneming of op een andere partij bij de overeenkomst rust;
  • op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van een van haar contractuele verplichtingen;
  • onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  • de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;
  • de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen te beperken;
  • in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden.".

 

IN DE PRAKTIJK

Het lijkt dus ten sterkste aangewezen om uw algemene voorwaarden grondig na te kijken/ te laten nakijken en er toch op zijn minst voor te zorgen dat er geen bedingen van de zwarte lijst voorkomen in uw algemene voorwaarden. Het is namelijk zo dat artikel VI.91/6 bepaalt dat elk onrechtmatig beding verboden en nietig is, wat toch grootschalige gevolgen zou kunnen hebben tijdens een eventuele gerechtelijke procedure.

 

INWERKINGTREDING

De nieuwe regels zullen inwerking treden op 1 december 2020 en ze zijn enkel van toepassing op overeenkomsten die gesloten, hernieuwd of gewijzigd na de bovenstaande datum.

 

Nicolas De Mulder

Advocaat Intolaw Advocaten


close menu
Chat via WhatsApp